loc 1100

De NS-locserie 1100 is een elektrische locomotief die tussen 1950 en 1999 werd ingezet door de Nederlands Spoorwegen. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd het zwaar beschadigde spoorwegbedrijf opnieuw opgebouwd en aansluitend voor een groot deel geëlektrificeerd. Na de lijnen in het westen en midden van het land die al in de jaren dertig onder de draad waren gebracht, kwamen vanaf 1948 ook andere lijnen aan de beurt. Naast de aanschaf van stroomlijnmaterieel voor de reizigersdienst werden nu ook op grotere schaal elektrische locomotieven aangeschaft.
De NS-serie 1100 was gebaseerd op de vierassige SNCF-loc BB 8001 en de serie BB 8100. De eerste vijftig NS-locs en de eerste 136 Franse locs werden tussen 1948 en 1952 tegelijkertijd gebouwd door onder andere Alsthom te Belfort. Na nog een serie van 34 stuks voor de SNCF werden in 1956 nog tien locomotieven aan de NS nageleverd met de nummers 1151-1160. Locomotieven van dit type werden toen ook geleverd aan de spoorwegen in Marokko.
De 1100-en werden afgeleverd in de nieuwe turkooizen kleur die de NS in 1950 invoerde. Ook de tegelijkertijd afgeleverde rijtuigen Plan D kregen deze kleurstelling. Omdat het turkoois erg besmettelijk was (er reden nog stoomlocomotieven) werden de elektrische locs en de rijtuigen in de jaren vijftig Berlijn blauw geschilderd. In de jaren zeventig werd ook een groot aantal locs in de NS-huisstijlkleuren geel-grijs geschilderd.
De 1100-en waren ruim dertig jaar lang voor allerlei soorten treinen in het hele land aan te treffen. Vanaf de komst van de 1600-en in de jaren tachtig kwamen de 1100-en op het tweede plan.
De 1156 sneuvelde bij een spoorwegongeval te Tilburg in 1961, waarbij ook loc 1006 aan zijn einde kwam. De 1131 verongelukte in het grootste spoorwegongeval in Nederland, bij Harmelen in 1962.De 1129 kwam in 1978 bij Westervoort in botsing met een dieseltreinstel. Deze werd wel hersteld en naar aanleiding van dit ongeval werd de platte neus verbouwd met een voorzetneus om zo bij botsingen meer bescherming aan de machinist te geven. Tot 1981 werden alle 58 locs zo aangepast.
(bron tekst: Wikipedia)
De NS-serie 1100 was gebaseerd op de vierassige SNCF-loc BB 8001 en de serie BB 8100. De eerste vijftig NS-locs en de eerste 136 Franse locs werden tussen 1948 en 1952 tegelijkertijd gebouwd door onder andere Alsthom te Belfort. Na nog een serie van 34 stuks voor de SNCF werden in 1956 nog tien locomotieven aan de NS nageleverd met de nummers 1151-1160. Locomotieven van dit type werden toen ook geleverd aan de spoorwegen in Marokko.
De 1100-en werden afgeleverd in de nieuwe turkooizen kleur die de NS in 1950 invoerde. Ook de tegelijkertijd afgeleverde rijtuigen Plan D kregen deze kleurstelling. Omdat het turkoois erg besmettelijk was (er reden nog stoomlocomotieven) werden de elektrische locs en de rijtuigen in de jaren vijftig Berlijn blauw geschilderd. In de jaren zeventig werd ook een groot aantal locs in de NS-huisstijlkleuren geel-grijs geschilderd.
De 1100-en waren ruim dertig jaar lang voor allerlei soorten treinen in het hele land aan te treffen. Vanaf de komst van de 1600-en in de jaren tachtig kwamen de 1100-en op het tweede plan.
De 1156 sneuvelde bij een spoorwegongeval te Tilburg in 1961, waarbij ook loc 1006 aan zijn einde kwam. De 1131 verongelukte in het grootste spoorwegongeval in Nederland, bij Harmelen in 1962.De 1129 kwam in 1978 bij Westervoort in botsing met een dieseltreinstel. Deze werd wel hersteld en naar aanleiding van dit ongeval werd de platte neus verbouwd met een voorzetneus om zo bij botsingen meer bescherming aan de machinist te geven. Tot 1981 werden alle 58 locs zo aangepast.
(bron tekst: Wikipedia)