loc 1500

In 1970 wijzigde de Nederlandse Spoorwegen het spoorboekje ingrijpend, met als gevolg dat er meer treinen gingen rijden. Er waren op korte termijn niet voldoende locomotieven beschikbaar. Van British Rail werden zeven daar overbodige locomotieven overgenomen uit de serie 27000. Deze locomotieven waren gebouwd voor 1500 Volt gelijkspanning en konden dus met minimale aanpassingen vrijwel direct ingezet worden bij NS.
Zes locomotieven werden omgebouwd en genummerd 1501 t/m 1506. De zevende locomotief (nummer 27005) werd gebruikt als "plukloc", dat wil zeggen onderdelenleverancier voor haar zes soortgenoten. NS had immers geen onderdelen van deze locserie in de magazijnen.
De 1500'en werden hoofdzakelijk ingezet op het baanvak Den Haag-Venlo en reden daar zowel reizigerstreinen als goederentreinen (Kijfhoek-Venlo). De locs waren bij de machinisten populair vanwege hun rustige rijgedrag en betrouwbaarheid. Vooral voor goederentreinen was de loc geschikt: de tractiekarakteristiek was zodanig, dat tot een snelheid van circa 90 km/uur een bijzonder grote trekkracht beschikbaar was. Boven deze snelheid loopt de trekkracht snel terug. Dit betekende dat het het een zware reizigerstrein eventjes duurde voordat de 130 km/uur gehaald werd. In de praktijk waren reizigerstreinen van niet meer dan 6 rijtuigen het maximum om de dienstregeling nog goed uit te kunnen voeren.
In 1980 verscheen de 1601 als eerste lok van de serie 1600 op de baan; er zouden er totaal 58 gebouwd gaan worden. Deze serie was bedoeld om, naast uitbreiding van het locomotievenpark, de oude elocs serie 1000, 1500 en een deel van de serie 1100 te gaan vervangen. Naarmate de 1600 instroomde verdwenen eerst in 1982 de locs 1000 van het spoorwegnet. In 1986 viel ook het doek voor de zes 1500'en. Twee exemplaren zijn teruggegaan naar Engeland
Zes locomotieven werden omgebouwd en genummerd 1501 t/m 1506. De zevende locomotief (nummer 27005) werd gebruikt als "plukloc", dat wil zeggen onderdelenleverancier voor haar zes soortgenoten. NS had immers geen onderdelen van deze locserie in de magazijnen.
De 1500'en werden hoofdzakelijk ingezet op het baanvak Den Haag-Venlo en reden daar zowel reizigerstreinen als goederentreinen (Kijfhoek-Venlo). De locs waren bij de machinisten populair vanwege hun rustige rijgedrag en betrouwbaarheid. Vooral voor goederentreinen was de loc geschikt: de tractiekarakteristiek was zodanig, dat tot een snelheid van circa 90 km/uur een bijzonder grote trekkracht beschikbaar was. Boven deze snelheid loopt de trekkracht snel terug. Dit betekende dat het het een zware reizigerstrein eventjes duurde voordat de 130 km/uur gehaald werd. In de praktijk waren reizigerstreinen van niet meer dan 6 rijtuigen het maximum om de dienstregeling nog goed uit te kunnen voeren.
In 1980 verscheen de 1601 als eerste lok van de serie 1600 op de baan; er zouden er totaal 58 gebouwd gaan worden. Deze serie was bedoeld om, naast uitbreiding van het locomotievenpark, de oude elocs serie 1000, 1500 en een deel van de serie 1100 te gaan vervangen. Naarmate de 1600 instroomde verdwenen eerst in 1982 de locs 1000 van het spoorwegnet. In 1986 viel ook het doek voor de zes 1500'en. Twee exemplaren zijn teruggegaan naar Engeland