Materieel '64 (Mat '64) was elektrisch treinmaterieel van de o.a. de Nederlandse Spoorwegen. Het heeft net als het inmiddels buiten dienst gestelde Materieel '54 (Hondekop) een bolle neus ter bescherming van de machinist. Het materieel bestaat uit zelfstandige vier- en tweedelige treinstellen, aangeduid als Plan T resp. Plan V.
Sinds juli 2010 zijn de vierdelige stellen (Plan T) definitief buiten gebruik. Plan V werd in afnemende aantallen nog steeds op een deel van de geëlektrificeerde baanvakken in Nederland ingezet, de laatste jaren voornamelijk als stoptrein / sprinter, maar soms ook als sneltrein of intercity. Uiteindelijk viel eind maart 2016 dan ook het doek voor de Plan V's.
Plan T
In 1961 werd door Werkspoor "Treinstel Toekomst" Plan TT 501 afgeleverd. Bij het ontwerp werden diverse moderne comfortverbeteringen toegepast. De kop werd afgeleid van de Plan U-treinstellen. Het treinstel bestond uit twee identieke kopbakken, een tweedeklasrijtuig en een eersteklasrijtuig met bagageafdeling en keuken. Na een succesvolle proefperiode bouwde Werkspoor in 1964 en 1965 de vervolgserie Plan T van 30 stellen (502-531). De indeling van deze treinstellen werd enigszins gewijzigd ten opzichte van de 501: De twee gelijke koprijtuigen bleven, maar daartussen kwam een tweedeklasrijtuig met keuken en grotere bagageruimte en een rijtuig met zowel zitplaatsen eerste klas als tweede klas. De koppeling werd hoger geplaatst, waardoor deze treinstellen niet koppelbaar waren met het oude stroomlijnmaterieel en de 501. Niet veel later werden ook de koppelingen van de 501 hoger geplaatst. Begin jaren '80 werd het materieel gerenoveerd en gemoderniseerd. Treinstel 501 werd hierbij grotendeels gelijk gemaakt aan de andere 30 treinstellen. De afwijkende rijtuigindeling bleef echter gehandhaafd. Bij de laatste revisie die plaatsvond tussen 1999 en 2002 kregen de treinstellen een geheel nieuw interieur. Door het verwijderen van de keuken, dienstruimtes en bagageruimte en een andere opstelling van de stoelen werden per stel 34 extra zitplaatsen gecreëerd. Hiervoor werden dezelfde stoelen gebruikt als die in de Railhoppers en Buffels aanwezig waren. De stoelen waren grotendeels in een coach-opstelling geplaatst. De wanden en vloeren in de Plan T's werden zachtgeel, in plaats van het gebruikelijke wit/grijs. Rondom de frontruiten werd een donkergrijze band geschilderd. Het afwijkende treinstel 501 werd hierbij niet gereviseerd, maar buiten dienst gesteld en in 2003 gesloopt. De treinstellen Plan T werden vanaf 2008 stuk voor stuk bij het bereiken of naderen van de uiterste revisietermijn buiten dienst gesteld. In het voorjaar van 2010 reed treinstel 520 als "vrijheidstrein" in een rood-wit-blauwe kleurstelling. Deze reed doordeweeks mee in de reguliere dienstregeling van de NS en in het weekend werd deze ingezet voor debatten door het hele land. Na bevrijdingsdag op 5 mei is deze naar het Spoorwegmuseum gegaan waarna deze na twee weken officieel terzijde gesteld werd op het opstelterrein van de Cartesiusweg te Utrecht. In juli 2010 werd het laatste treinstel terzijde gesteld.
Plan V
In navolging op de 31 vierdelige Plan T-treinstellen werd in 1966 gestart met de bouw van 246 tweedelige treinstellen. De stellen werden in 13 deelseries gebouwd en kregen de nummers 401-438, 441-483 en 801-965. Het Plan V-materieel werd gebouwd tussen 1966 en 1976 door Werkspoor (401-438, 441-461, 472-483 en 801-840), Talbot (462-471 en 871-965) en Düwag (841-870). De deelseries hebben een aantal onderlinge verschillen.
De Plan V-stellen uit de deelseries Plan V1-V3, de nummers 401-438, beschikten oorspronkelijk over een grote bagageruimte in de ABDk-bak. Eind jaren '90 werd de bagageruimte omgebouwd tot "sta-ruimte" en werd hierbij voorzien van extra klapzittingen. Hierbij werden de schuifdeuren vervangen door ramen. Treinstel 431 was het eerste NS-treinstel dat in de nieuwe huisstijlkleur geel werd afgeleverd. De eerste 30 treinstellen werden, net als de Plan T-treinstellen, groen afgeleverd maar werden begin jaren '70 ook geel geschilderd. In 1995 kregen de oudste stellen 401-408 en 410-412 een koffieautomaat aan boord. Om dit aan de buitenzijde kenbaar te maken werden de stellen voorzien van enorme rode stickers van de koffieleverancier. Deze stellen werden voornamelijk ingezet in de stoptreindienst tussen Nijmegen en 's-Hertogenbosch. Een paar jaar later verdwenen de automaten en stickers weer. In 2004 werden de treinstellen 401-438 buiten dienst gesteld en niet veel later gesloopt. De Bk-bak van de 424 werd niet gesloopt maar werd gebruikt om Plan T treinstel 528 te completeren. Treinstel 419 werd ook niet gesloopt maar werd in 2004 door de NVBS in de originele groene kleurstelling geschilderd. Aansluitend werd het treinstel door NS Reizigers gebruikt voor wegleerritten. Later is het stel bewaard door de nieuw opgerichte Stichting Mat'64. Bij een aanrijding op 10 januari 2009 bij NedTrain Leidschendam raakte de ABDk van dit stel echter ernstig beschadigd.Inmiddels heeft de HIJSM bruikbare onderdelen van de 419 verwijderd, waarna deze nu in kale toestand bij de werkplaats van NedTrain in Leidschendam staat in afwachting tot de definitieve sloop.
Bij het ontwerp van de deelseries Plan V4-V6, de treinstellen 441-483, werd besloten om de stellen zonder bagageruimte te bouwen. De laatste deelseries Plan V7-V13, met de nummers 801-965, beschikken in tegenstelling tot de vorige drie deelseries wel weer over een kleine afdeling voor post- en bagagevervoer. Deze bagageruimte is bij een aantal treinstellen aan het begin van deze eeuw verbouwd tot een kleine reizigerscoupe. De schuifdeuren zijn hierbij vervangen door ramen. De treinstellen zijn hierdoor van buiten vrijwel gelijk aan de stellen 441-483. Bij de andere treinstellen zijn alleen extra klapzittingen geplaatst en zijn de deuren slechts vergrendeld. Treinstellen 801-840 zijn de laatste stellen die in Nederland zijn gebouwd. De overige stellen werden door Talbot en Düwag in Duitsland gebouwd.
De treinstellen 901-915 zijn aangepast voor eenmansbediening op de Merwede-Lingelijn (Dordrecht – Geldermalsen). Op deze stellen zijn, nabij de baknummers, de letters Ddr-Gdm (de verkortingen voor beide eindpunten) aangebracht. De exploitatie met eenmanbediening is op deze lijn echter nooit ingevoerd. Deze treinstellen zijn weer in de gewone omloop opgenomen. Van de treinstellen 936-965 is vanaf eind 2005 de elektrische installatie aangepast zodat deze sneller optrekken. Daardoor kunnen zij de dienstregeling Zwolle – Emmen rijden. Deze zogenaamde super-V's vervangen hier de in december 2005 buiten dienst gestelde Railhoppers
De tweedelige stellen werden in 2015, in steeds afnemende aantallen, nog op een klein deel van de geëlektrificeerde baanvakken in Nederland ingezet en waren volgens de officiële materieelverdeling alleen nog aan te treffen op een viertal spoorlijnen buiten de Randstad. Van de oorspronkelijke 246 treinstellen Plan V waren nog 31 stellen voor de dienst beschikbaar, die bij het ingaan van de treindienstregeling 2016 in Nederland op 13 december 2015 , althans op papier, aan de dienst werden onttrokken. Op 30 maart 2016 werden voor het laatst stellen in de reizigersdienst ingezet en sindsdien staan alle stellen buiten dienst.
(bron tekst: Wikipedia)
Sinds juli 2010 zijn de vierdelige stellen (Plan T) definitief buiten gebruik. Plan V werd in afnemende aantallen nog steeds op een deel van de geëlektrificeerde baanvakken in Nederland ingezet, de laatste jaren voornamelijk als stoptrein / sprinter, maar soms ook als sneltrein of intercity. Uiteindelijk viel eind maart 2016 dan ook het doek voor de Plan V's.
Plan T
In 1961 werd door Werkspoor "Treinstel Toekomst" Plan TT 501 afgeleverd. Bij het ontwerp werden diverse moderne comfortverbeteringen toegepast. De kop werd afgeleid van de Plan U-treinstellen. Het treinstel bestond uit twee identieke kopbakken, een tweedeklasrijtuig en een eersteklasrijtuig met bagageafdeling en keuken. Na een succesvolle proefperiode bouwde Werkspoor in 1964 en 1965 de vervolgserie Plan T van 30 stellen (502-531). De indeling van deze treinstellen werd enigszins gewijzigd ten opzichte van de 501: De twee gelijke koprijtuigen bleven, maar daartussen kwam een tweedeklasrijtuig met keuken en grotere bagageruimte en een rijtuig met zowel zitplaatsen eerste klas als tweede klas. De koppeling werd hoger geplaatst, waardoor deze treinstellen niet koppelbaar waren met het oude stroomlijnmaterieel en de 501. Niet veel later werden ook de koppelingen van de 501 hoger geplaatst. Begin jaren '80 werd het materieel gerenoveerd en gemoderniseerd. Treinstel 501 werd hierbij grotendeels gelijk gemaakt aan de andere 30 treinstellen. De afwijkende rijtuigindeling bleef echter gehandhaafd. Bij de laatste revisie die plaatsvond tussen 1999 en 2002 kregen de treinstellen een geheel nieuw interieur. Door het verwijderen van de keuken, dienstruimtes en bagageruimte en een andere opstelling van de stoelen werden per stel 34 extra zitplaatsen gecreëerd. Hiervoor werden dezelfde stoelen gebruikt als die in de Railhoppers en Buffels aanwezig waren. De stoelen waren grotendeels in een coach-opstelling geplaatst. De wanden en vloeren in de Plan T's werden zachtgeel, in plaats van het gebruikelijke wit/grijs. Rondom de frontruiten werd een donkergrijze band geschilderd. Het afwijkende treinstel 501 werd hierbij niet gereviseerd, maar buiten dienst gesteld en in 2003 gesloopt. De treinstellen Plan T werden vanaf 2008 stuk voor stuk bij het bereiken of naderen van de uiterste revisietermijn buiten dienst gesteld. In het voorjaar van 2010 reed treinstel 520 als "vrijheidstrein" in een rood-wit-blauwe kleurstelling. Deze reed doordeweeks mee in de reguliere dienstregeling van de NS en in het weekend werd deze ingezet voor debatten door het hele land. Na bevrijdingsdag op 5 mei is deze naar het Spoorwegmuseum gegaan waarna deze na twee weken officieel terzijde gesteld werd op het opstelterrein van de Cartesiusweg te Utrecht. In juli 2010 werd het laatste treinstel terzijde gesteld.
Plan V
In navolging op de 31 vierdelige Plan T-treinstellen werd in 1966 gestart met de bouw van 246 tweedelige treinstellen. De stellen werden in 13 deelseries gebouwd en kregen de nummers 401-438, 441-483 en 801-965. Het Plan V-materieel werd gebouwd tussen 1966 en 1976 door Werkspoor (401-438, 441-461, 472-483 en 801-840), Talbot (462-471 en 871-965) en Düwag (841-870). De deelseries hebben een aantal onderlinge verschillen.
De Plan V-stellen uit de deelseries Plan V1-V3, de nummers 401-438, beschikten oorspronkelijk over een grote bagageruimte in de ABDk-bak. Eind jaren '90 werd de bagageruimte omgebouwd tot "sta-ruimte" en werd hierbij voorzien van extra klapzittingen. Hierbij werden de schuifdeuren vervangen door ramen. Treinstel 431 was het eerste NS-treinstel dat in de nieuwe huisstijlkleur geel werd afgeleverd. De eerste 30 treinstellen werden, net als de Plan T-treinstellen, groen afgeleverd maar werden begin jaren '70 ook geel geschilderd. In 1995 kregen de oudste stellen 401-408 en 410-412 een koffieautomaat aan boord. Om dit aan de buitenzijde kenbaar te maken werden de stellen voorzien van enorme rode stickers van de koffieleverancier. Deze stellen werden voornamelijk ingezet in de stoptreindienst tussen Nijmegen en 's-Hertogenbosch. Een paar jaar later verdwenen de automaten en stickers weer. In 2004 werden de treinstellen 401-438 buiten dienst gesteld en niet veel later gesloopt. De Bk-bak van de 424 werd niet gesloopt maar werd gebruikt om Plan T treinstel 528 te completeren. Treinstel 419 werd ook niet gesloopt maar werd in 2004 door de NVBS in de originele groene kleurstelling geschilderd. Aansluitend werd het treinstel door NS Reizigers gebruikt voor wegleerritten. Later is het stel bewaard door de nieuw opgerichte Stichting Mat'64. Bij een aanrijding op 10 januari 2009 bij NedTrain Leidschendam raakte de ABDk van dit stel echter ernstig beschadigd.Inmiddels heeft de HIJSM bruikbare onderdelen van de 419 verwijderd, waarna deze nu in kale toestand bij de werkplaats van NedTrain in Leidschendam staat in afwachting tot de definitieve sloop.
Bij het ontwerp van de deelseries Plan V4-V6, de treinstellen 441-483, werd besloten om de stellen zonder bagageruimte te bouwen. De laatste deelseries Plan V7-V13, met de nummers 801-965, beschikken in tegenstelling tot de vorige drie deelseries wel weer over een kleine afdeling voor post- en bagagevervoer. Deze bagageruimte is bij een aantal treinstellen aan het begin van deze eeuw verbouwd tot een kleine reizigerscoupe. De schuifdeuren zijn hierbij vervangen door ramen. De treinstellen zijn hierdoor van buiten vrijwel gelijk aan de stellen 441-483. Bij de andere treinstellen zijn alleen extra klapzittingen geplaatst en zijn de deuren slechts vergrendeld. Treinstellen 801-840 zijn de laatste stellen die in Nederland zijn gebouwd. De overige stellen werden door Talbot en Düwag in Duitsland gebouwd.
De treinstellen 901-915 zijn aangepast voor eenmansbediening op de Merwede-Lingelijn (Dordrecht – Geldermalsen). Op deze stellen zijn, nabij de baknummers, de letters Ddr-Gdm (de verkortingen voor beide eindpunten) aangebracht. De exploitatie met eenmanbediening is op deze lijn echter nooit ingevoerd. Deze treinstellen zijn weer in de gewone omloop opgenomen. Van de treinstellen 936-965 is vanaf eind 2005 de elektrische installatie aangepast zodat deze sneller optrekken. Daardoor kunnen zij de dienstregeling Zwolle – Emmen rijden. Deze zogenaamde super-V's vervangen hier de in december 2005 buiten dienst gestelde Railhoppers
De tweedelige stellen werden in 2015, in steeds afnemende aantallen, nog op een klein deel van de geëlektrificeerde baanvakken in Nederland ingezet en waren volgens de officiële materieelverdeling alleen nog aan te treffen op een viertal spoorlijnen buiten de Randstad. Van de oorspronkelijke 246 treinstellen Plan V waren nog 31 stellen voor de dienst beschikbaar, die bij het ingaan van de treindienstregeling 2016 in Nederland op 13 december 2015 , althans op papier, aan de dienst werden onttrokken. Op 30 maart 2016 werden voor het laatst stellen in de reizigersdienst ingezet en sindsdien staan alle stellen buiten dienst.
(bron tekst: Wikipedia)