Railhopper (SM'90)
Het Stoptreinmaterieel '90 (SM '90), met als bijnaam Railhopper, was een serie elektrische treinstellen van de Nederlandse Spoorwegen.De Railhopper werd oorspronkelijk ontwikkeld als opvolger van Mat '64. In 1993 werd een protoserie van negen tweedelige treinstellen (2101-2109) gebouwd door Talbot (nu Bombardier) in Aken.
De treinstellen hadden een afwijkende maximum breedte van 3,20 meter (ongeveer 30 centimeter breder dan de meeste treinen). De stellen 2101-2105 hadden aanvankelijk een 2+3 (2 stoelen, gangpad, 3 stoelen) opstelling voor de tweede klasse. Dit viel bij de reizigers niet in de smaak en de treinstellen werden later omgebouwd naar de gangbare 2+2 opstelling. De treinen boden nu aan 137 reizigers een zitplaats (24 1e klasse, 113 2e klasse). De Railhoppers waren tot op heden de enige Nederlandse treinen met een ingebouwde rolstoellift.De treinstellen hadden vier asynchrone draaistroommotoren wat een topsnelheid van 160 km/h mogelijk maakte. Omdat ze breder waren dan alle andere Nederlandse treinstellen en daardoor 'buiten profiel' zijn werden de Railhoppers alleen ingezet op de spoorlijn Zwolle – Emmen. Deze lijn is er –waar nodig– speciaal voor aangepast.
Het aantal stellen bleef beperkt maar ze hebben nog voor 2 types als basis gebruikt. De buitenkant stond als basis voor de Buffel die in 1995 gebouwd werd. vooral de kop en "knik" in het midden toont gelijkenis met de railhopper. Het elektronische systeem werd in gewijzigde vorm toegepast in de Regiorunner ((V)IRM)
De kleine hoeveelheid heeft geen goed gedaan aan de loopbaan bij de NS. Na 13 jaar gingen ze uit dienst. Ze werden allemaal tot schroot gemaakt. 1 kop is nog bewaard gebleven en die is geschonken aan het Spoorwegmuseum. Deze kop is later naar Winterswijk gegaan en staat nu in het museum van Transit Oost.
(bron tekst: Wikipedia)
De treinstellen hadden een afwijkende maximum breedte van 3,20 meter (ongeveer 30 centimeter breder dan de meeste treinen). De stellen 2101-2105 hadden aanvankelijk een 2+3 (2 stoelen, gangpad, 3 stoelen) opstelling voor de tweede klasse. Dit viel bij de reizigers niet in de smaak en de treinstellen werden later omgebouwd naar de gangbare 2+2 opstelling. De treinen boden nu aan 137 reizigers een zitplaats (24 1e klasse, 113 2e klasse). De Railhoppers waren tot op heden de enige Nederlandse treinen met een ingebouwde rolstoellift.De treinstellen hadden vier asynchrone draaistroommotoren wat een topsnelheid van 160 km/h mogelijk maakte. Omdat ze breder waren dan alle andere Nederlandse treinstellen en daardoor 'buiten profiel' zijn werden de Railhoppers alleen ingezet op de spoorlijn Zwolle – Emmen. Deze lijn is er –waar nodig– speciaal voor aangepast.
Het aantal stellen bleef beperkt maar ze hebben nog voor 2 types als basis gebruikt. De buitenkant stond als basis voor de Buffel die in 1995 gebouwd werd. vooral de kop en "knik" in het midden toont gelijkenis met de railhopper. Het elektronische systeem werd in gewijzigde vorm toegepast in de Regiorunner ((V)IRM)
De kleine hoeveelheid heeft geen goed gedaan aan de loopbaan bij de NS. Na 13 jaar gingen ze uit dienst. Ze werden allemaal tot schroot gemaakt. 1 kop is nog bewaard gebleven en die is geschonken aan het Spoorwegmuseum. Deze kop is later naar Winterswijk gegaan en staat nu in het museum van Transit Oost.
(bron tekst: Wikipedia)